Nog steeds de laagste belastingstarieven in Oud-Heverlee

Op 30 september 2014, over deze onderwerpen: Economie en Financiën

Regelmatig krijgen we vragen van inwoners van Oud-Heverlee ivm de gestegen belastingstarieven. Deze belastingverhoging is echter relatief aangezien we nog steeds de laagste tarieven hanteren in de regio. Meer uitleg over het hoe, waarom en de praktische impact vindt u hier: 

1. Onze belastingtarieven, zelfs na verhoging, blijven tot de laagste van Vlaanderen behoren, zeker de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting (APB), zijnde 6,5%.

Een kleine vergelijking met de tarieven van andere gemeenten bewijst dit:

Buurgemeente

Aanvullende

personenbelasting 

 Opcentiemen

onroerende voorheffing

 Bertem  7,5%  1050
 Bierbeek  7,0%  1100
 Huldenberg  8,0%  1000
 Keerbergen  65%  1150
 Leuven  7,5%  1400
 Oud-Heverlee  6,5%  1100

                           

In deze tabel valt het op dat Keerbergen, de 2de rijkste gemeente van België en de rijkste gemeente van het arrondissement HOGERE belastingtarieven heeft, met name inzake de opcentiemen onroerende voorheffing (OOV) (1150). Onze belastingtarieven zijn dus, ook na de belastingverhoging, laag. Of met andere woorden, waar ook in de streek zou u meer belastingen betalen en dit al vele jaren!!!
 
2. Bovendien hebben we de nadruk op de OOV willen leggen om inkomen uit arbeid maximaal te ontzien. Daardoor komt de nadruk meer te liggen op inkomen uit vermogen: soms behoren meerdere woningen in Oud-Heverlee tot dezelfde eigenaar, er is minder aanleiding tot belastingontwijking door zich te domiciliëren in Knokke bijvoorbeeld en ingeval van een patrimoniumvennootschap (heel wat in de gemeente!) is deze belasting aftrekbaar van de vennootschapsbelasting.
 
3. Belangrijk is ook te weten dat 1% aanvullende personenbelasting overeenstemt met 275 OOV. Een verhoging met 1 % APB zou op veel minder zichtbare wijze veel meer opgebracht hebben dan een duidelijk zichtbare, maar veel rechtvaardigere verhoging van de OOV. We hadden dezelfde belastingopbrengst perfect kunnen genereren via de personenbelasting en dan was dit veel minder opgevallen tussen de andere, federale belasting(verhoging)en. De onroerende voorheffing is overigens een aanslag op 1 onroerend goed, waar (meestal) 2 personen wonen.
 
4. Hieronder vindt u een overzicht van de dalingen van de inkomsten van Oud-Heverlee voor 2013:

Externe factoren verminderen de inkomsten van Oud-Heverlee:

 
   

Daling van de inkomsten uit de aanvullende personenbelasting 2012

€ 300.000

2013

€ 50.000

Verwachte daling dividenden netbeheerder PBE

€ 125.000

Verdwijning inkomsten dividenden of compenserende vergoeding Elia

€ 122.000

5. Zelfs na draconische besparingen (€ 450.000 op een begroting van € 15 mio.) in 2013 waaronder een daling van de werkingskosten met -12%!) diende voor ruim 1 mio kasreserves aangesproken te worden om de lopende uitgaven te kunnen betalen. Dit cijfer alleen al bewijst de onbetwiste noodzaak van een belastingverhoging: zelfs indien we ons investeringspeil niet op een aanvaardbaar peil zouden houden en onze gemeente compleet zou vervallen, was dit nodig. Vermits we dit laatste zeker niet wensten, was een belastingverhoging onvermijdelijk. Bovendien stellen de inwoners -terecht- minimale eisen aan dienstverlening en infrastructuur die aan de huidige belastingtarieven niet meer konden worden gegarandeerd.
 
6. 2014 en de verdere toekomst:

Onze gemeenteraad keurde op 13 januari 2014 de begroting 2014 en het meerjarenplan 2014-2019 goed. En dit zonder ontslag van personeel en met behoud van de belastingtarieven van 6,5% in de aanvullende personenbelasting (APB) en 1.100 opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV)! Wel wordt er verder ingrijpend bespaard…

Na een eerste grote besparingsronde in maart 2013 (€ 450.000 bespaard op een begroting van € 15 miljoen), volgde in juni 2013 de beslissing om de APB te verhogen van 6 naar 6,5% en de OOV te verhogen van 750 naar 1.100. Dit was nodig om het structureel tekort in de dagelijkse werking te dekken en de investeringsachterstand gedeeltelijk in te halen. Toch blijft Oud-Heverlee hiermee de laagste tarieven uit de regio behouden.

Tegenvallers
Eind 2013 meldde de FOD Financiën dat Oud-Heverlee voor het jaar 2013 € 400.000 minder zal ontvangen uit de aanvullende personenbelasting (=APB) dan wat initieel voorzien was. Bovendien stuurde de brandweer aan elk van de deelnemende gemeenten plots een eenmalige en onvoorziene factuur van € 350.000, waardoor de uitgangspositie voor de opmaak van het budget 2014 weer even penibel was als vorig jaar. Want ook na de forse besparingen van vorig jaar bleef de gemeente met een structureel tekort van ongeveer € 300.000 zitten.
Daar bovenop worden door de invoering vanaf 2014 van de Beheers- en beleidscyclus’ (BBC) alle gemeenten bij de opmaak van het meerjarenplan gedwongen tot het nemen van zeer strenge maatregelen. Deze ‘BBC’ vloeit voort uit de uniforme en strenge regelgeving inzake overheidsschuld die Europa invoerde. Overschotten die een gemeente boekt door begrote middelen niet uit te geven, mogen niet in rekening worden genomen bij de opmaak van het meerjarenplan. Zo worden de gemeenten verplicht ingrijpende maatregelen te treffen waardoor ze binnen enkele jaren financieel veel gezonder zullen zijn.
Krachtlijnen voor de opmaak van het meerjarenplan en het budget 2014:
- Geen verdere verhoging van de APB en de OOV
- Maximaal vrijwaren van voorziene investeringen

- Geen ontslag van gemeente- of OCMW-personeel

 Oplossing
 - verhogen van de efficiëntie van de gemeentediensten o.a. door niet-vervanging van een aantal personeelsleden die met pensioen zullen gaan en een nauwere samenwerking tussen gemeente en OCMW;
 

- verdere ingrijpende besparingen: naast bijvoorbeeld de sanering in 2013 van de vzw VKT die het Zoet Waterpark en de Roosenberg beheerde, worden er tal van besparingen doorgevoerd zoals o.a. soberdere recepties, de omvorming van de niet gesubsidieerde en niet erkende gemeentelijke schilder- en tekenacademie in een gesubsidieerde officieel erkende schilder- en tekenacademie, invoering van Diftar in 2016, herleiden van de bijdrage aan het OCMW in functie van de reële uitgaven,…;

- uitstellen van een aantal investeringen en beter benutten van bestaande gebouwen;
- eenmalige maatregel: terugstorten van het OCMW-overschot van 2012 naar de gemeente (ongeveer € 200.000).

 

Conclusie 

Deze tweede besparingsronde levert € 400.000 besparingen op, bovenop de € 450.000 besparingen van vorig jaar, dit is € 850.000 besparingen op een budget van bijna € 17 miljoen euro dat is enorm. 

Hierdoor wordt het structureel tekort in de dagelijkse werking weggewerkt, zal de gemeentelijke schuld tegen 2019 met 40% dalen en kan met de bestaande lage belastingtarieven toch minimaal 15 miljoen euro geïnvesteerd worden in onder meer veilige wegen, het Woonzorgcentrum De Kouter en dorpskernen. En dit zonder personeel te ontslaan. Wat de kritiek ook moge weze, het volstaat even te vergelijken met andere gemeenten om te weten dat dit een aanzienlijke prestatie is.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is